Agents of Concern: Images and Empathy.

De groepstentoonstelling Agents of Concern: Images and Empathy, gecureerd door Patrick Ceyssens en Dominique Somers, zoomt specifiek in op het fotografische kader waarin empathie ontstaat. Wanneer verstilling voor beweging zorgt, de inlevende blik van de kunstenaar zich manifesteert in het beeld en empathie oplaait in de ontmoeting met een werk. De expositie presenteert een brede waaier aan beeldenmakers en lens-based werken, waaruit blijkt dat het concept empathie heel wat nuances kent en dat agents of concern zeer karakteristieke vormen kunnen aannemen. Zo maken we in de ruimtes van het CCHA onder meer kennis met digitaal gegenereerde landschappen (Joselito Verschaeve); foto’s van gecloonde mensenlichamen (Tom Callemin); hyperreële beelden die gebaseerd zijn op optische of virtuele ingrepen (Jeroen Bocken, Guus Vandeweerd); persoonlijke verhaallijnen die alterneren tussen bewegende en stilstaande frames (Bieke Depoorter); fotografische re-enactments van traumatische gebeurtenissen (Max Pinckers); animaties van iconische foto’s (Vincent Meessen); sublieme vista’s (Geert Goiris, Sybren Vanoverberghe); flarden van generische familiekiekjes (Bram Van Stapppen); een actuele blik op historische forensische beelden (Dominique Somers); portretten die je niet rechtstreeks in de ogen kijken (Dirk Braeckman) of net wél (Stefan Vanfleteren)… 

Wat alle werken gemeen hebben is dat ze een affectieve relatie mogelijk maken of bevragen met wat afgebeeld staat. Ze suggereren andere beelden en verhalen die ontstaan uit een fysieke interactie met het werk. Reacties worden onverwacht losgemaakt en kijken verglijdt naar (aan)raken, voelen. Het zijn beelden die het verlangen van de toeschouwer tegelijk activeren en frustreren. Ze hebben een trefkracht waar niet meteen de vinger op te leggen is, die niet altijd zichtbaar of vanzelfsprekend is. Steeds opnieuw worden we in ons kijken geconfronteerd met de troebele lijn tegen tussen feit en fictie, tussen het perspectief van het zelf en de ander, tussen wat de voorstelling onthult en toedekt. We zouden kunnen zeggen dat deze werken zich bevinden in wat David Campany het limbo van de fotografie noemt. In de confrontatie met het fotografische limbo - met de onuitgesproken mogelijkheden van het beeld - gebeuren nieuwe dingen. Het is in dit gebied dat we opnieuw overwegen, opnieuw denken, opnieuw waarnemen. 

Agents of concern doet een sterk appèl op de verbeelding van de kijker. Verbeelding als het unieke vermogen om de rollen om te keren. Om te denken vanuit de plaats waar je geen toegang toe hebt. Precies die oversteek naar het beeld en naar wat afgebeeld staat, wordt door de verbeelding mogelijk gemaakt. We verlaten zo de rauwe sensatie en de reflexen die het melodramatische ontketent, reflectie wordt mogelijk. Geen schokkende of smekende beelden dus in deze tentoonstelling. Anders dan de shock, de kick – snel en traumatisch, het spectaculaire shot - vraagt empathie om tijd, bezinking, stilte, traagheid. Beelden die ‘blijven hangen’ en zich aan een woordeloze onderlaag in het bewustzijn van de toeschouwer hechten. Wellicht daarom zien we zoveel verstillings- en vertragingstechnieken als visuele strategieën terugkomen. In de gekozen werken ligt het empathische net in de aarzeling en de onduidelijkheid. Hoe langer men kijkt, hoe dieper het beeld inwerkt. De fotografie wordt stil en treffend in de traagheid. Hier dringen zich de zienswijzen van de duur op: aandacht, belangstelling, bedachtzaamheid. Wat zie ik? Wat doet dit beeld? Waarom maakt het iets in mij los dat geen enkel ander werk deed? Wat ‘treft’ me erin? Stuk voor stuk zijn het symptoomvelden die gevuld zijn met visuele triggers maar hun betekenis blijft sterk afhankelijk van hoe we ernaar kijken en ze ervaren. De onverwachte herkenning van verbanden en resonanties is wat dit aandachtig kijken kan bieden. We kunnen het raadsel in het werk wel aanwijzen, maar het is niet op te lossen. Het toont zich enkel.

Verder peilt Agents of Concern ook naar de mate waarin we empathie kunnen hebben met het beeld zelf en niet zozeer met wat erop afgebeeld staat. Het tastbare karakter van de foto als een object met een bepaalde materialiteit en gevoeligheid kan sterke empathische reacties oproepen. Mediumspecifieke aspecten zoals scherpte-diepte, sluitertijd, optische wetten, kadrering hebben invloed op het beeld. Het apparaat is geen objectieve bemiddelaar die de werkelijkheid ongemanipuleerd neerslaat maar bepaalt mee welke fenomenen er zichtbaar worden en hoe ze dat doen. Naast het perspectief van de maker is het camerabeeld dus evenzeer het resultaat van een automatisch en technologisch gestuurde manier van kijken, een voorstelling die onafhankelijk is van onze blik. En dit nieuwe bewustzijn sluipt ook meteen in de beelden. Het markeert het verschil tussen wat we zien voor en door de camera. De invloed van het snijden in tijd en ruimte, een frame binnen de werkelijkheid, het verrassende effect van de optische hyperrealiteit en het fotografische detail, compositie en lichteffecten maken van de representatie zélf een vorm van empatisch vermogen. Gefotografeerde elementen worden erdoor bezield met een eigen leven, een autonomie, een identiteit die niet zoveel verschilt van de onze. Het fotobeeld roept door haar techniciteit zowel sympathie als apathie op: nu eens magisch poëtisch, dan weer onpersoonlijk machinaal. Vaak struikelt de kijker over de complexiteit waartoe het kijken en denken op die manier worden geforceerd. Rationaliteit en emotionaliteit komen in conflict in de confrontatie met een medium dat sowieso al een moeilijke relatie met de realiteit heeft. Deze ambigue bodems maken het des te interessanter om via de fotografie de mogelijke linken tussen beelden en empathie te onderzoeken.

Met bijdragen van berte & harmey, Dirk Braeckman, Jeroen Bocken, Tom Callemin, David Claerbout, Annelies de Mey, Bieke Depoorter, Geert Goiris, Tine Guns, Robin Hombrouck, Clarisse M, Vincent Meessen, Max Pinckers, Lisa Schelkens, Dominique Somers, Lore Stessel, Guus Vandeweerd, Stephan Vanfleteren, Sine Van Menxel, Sybren Vanoverberghe, Chantal Van Rijt, Bram Van Stappen, Joselito Verschaeve, Aline Verstraten en Kristof Vrancken.

Next
Next

De school van Jef Geys. Essays & verhalen (2023)